4. Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer
u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de
methode voor tekstinvoer met woordenboek. Bij gebruik van de methode voor
normale tekstinvoer, drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 tot en met 9,
totdat het gewenste teken verschijnt. Bij gebruik van tekstinvoer met
woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst geeft
linksboven in het display tekstinvoer met
woordenboek aan en geeft
normale tekstinvoer aan.
,
of
verschijnt naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer en geeft het
gebruik van hoofdletters en kleine letters aan. Druk op # om te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters.
geeft de nummermodus aan. U kunt
overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden en
Nummermodus
te selecteren.